
Zomer(Saujon 1994)
© Jacques Marsmans
zonnebloemen staan gekweld
in het hete keienveld
verderop zijn ze nog geel;
witte koeien, niet zo veel
staan of liggen, moe en sloom
in de schaduw van een boom
in het harde droge gras;
achter kreupel struikgewas
spuit een sproeier zielsalleen
waaiers water om zich heen;
daar staat maïs manshoog en groen
daar ook eindigt het seizoen
van een gouden korenveld
in de zon die asfalt smelt;
balen stro staan in het rond
op de pas gemaaide grond
en de wind brengt met een zucht
traag gebrom hoog uit de lucht
van een vliegtuig, een insect
verder dan het uitzicht strekt
van de zee en van de kust
waar de golfslag zelfs berust
in de vuurzee van de dag
laaiend in mijn oogopslag
zoals ik kijk van mijn terras
naar ‘t dorre land, naar ‘t droge gras
zo kijkt naar mij, vol droefenis
bewegingloos een hagedis