De man uit Bilthoven

De man uit Bilthoven
© Jacques Marsmans

hij is een Bilthovenaar
een man die leeft van de wind
die de knopen van het leven
nogal luchtigjes ontbindt
een heer van stand, aristocraat
die weinig doet en heel veel laat
als zijn wereld is vervluchtigd
in een donderend geraas
pruttelt hij op zijn gemak:
“mijn naam is Haas”

hij is een man van adel om zijn billijkheid beroemd
met een aarzelend karakter en tot nooddruft dus gedoemd
toen hij geld moest gaan verdienen omdat hij zonodig moest;
zijn loopbaan was een afgang, hij werd noodgedwongen koest

inwendig vol met spanning greep hij zelfs ooit naar de fles
want hoe hij zich ook drukte hij zat boordevol met stress
hij kwam bij een psychiater toen hij echt geen gat meer zag
die voelde zijn behoefte aan en sprak met veel gezag

“laat alles er maar uit”
dat zei de therapeut

hij is een Bilthovenaar
een man die leeft van de wind
die de knopen van het leven
nogal luchtigjes ontbindt
een heer van stand, aristocraat
die weinig doet en heel veel laat
als zijn wereld is vervluchtigd
in een donderend geraas
pruttelt hij op zijn gemak:
“mijn naam is Haas”

behalve deze stress had hij een Benny Hill-syndroom
“bij beide”, zei de dokter, “past het afblazen van stoom”
dus volgde hij in Bilthoven dit achterlijk advise
dat hij met blij gemoed daar van de hoogste toren blies

“laat alles er maar uit”
dat zei de therapeut


hij is een Bilthovenaar
een man die leeft van de wind
die de knopen van het leven
nogal luchtigjes ontbindt
een heer van stand, aristocraat
die weinig doet en heel veel laat
als zijn wereld is vervluchtigd
in een donderend geraas
pruttelt hij op zijn gemak:
“mijn naam is Haas”

in harmonie de Billenblaas speelt hij de bombardon
maar als hij daartoe aandrang heeft speelt hij ook de piston
publiek wordt kakofonisch op een optreden vergast
de buren klagen steeds over geluidsoverlast

“laat alles er maar uit”
dat zei de therapeut

hij is een Bilthovenaar
een man die leeft van de wind
die de knopen van het leven
nogal luchtigjes ontbindt
een heer van stand, aristocraat
die weinig doet en heel veel laat
als zijn wereld is vervluchtigd
in een donderend geraas
pruttelt hij op zijn gemak:
“mijn naam is Haas”