
Anteck
© Jacques Marsmans
het Duitse leger dwong Europa op de knieën
en de Blitzkrieg raasde voort, weerstaan door niets
het Duitse leger met zijn grootse strategieën
kwam bij ons gewoon te voet en met de fiets
en de bezetters moesten slapen bij gezinnen
hun officieren belden bij de mensen aan
ook bij ons Dora, maar die wilde er geen binnen
“want zo’n Duitser”, zei ze, “kan ik niet verstaan
maar de Duitser heeft, wat Dora al moest vrezen
toch de divan in haar keukentje bezet
ook To van Lieshout kreeg er eentje toegewezen
nou, die pieste alle dagen in zijn bed
die bij ons Dora kwam was echt een hele gore
met een baard van vele dagen, net een zwijn
toen hij zich eenmaal had gewassen en geschoren
bleek het toch nog een gewone vent te zijn
hij had dezelfde laarzen als waarmee in Polen
pas de vrijheid was vertrapt met bruut geweld
maar onze Dora keek meteen onder zijn zolen
ze had al vuil tussen de ribbels vastgesteld
“hee zeg, je komt hier met die laarzen aan niet binnen”
“ook al kwam je regelrecht uit Stalingrad”
“ik heb gepoetst en ik ga niet opnieuw beginnen”
“laat die laarzen voortaan buiten op de mat”
hij heette Anteck en hij hoorde bij die schurken
ook al zat hij liever thuis dan in de kroeg
en hij lag meestal op de divan wat te snurken
totdat Fons, de man van Dora, aan hem vroeg
om te gaan kaarten en terwijl de maanden gingen
speelden zij voortaan een spel geschikt voor twee
en als ons Dora in de keuken stond te zingen
dan zong Anteck zachtjes al haar liedjes mee
maar toen de Führer riep moest hij dit leven ruilen
voor de oorlog ver van zijn geboortegrond
en met zijn hoofd op tafel lag hij luid te huilen
hij was bang voor wat hem wachtte aan het front
“maak hem maar af als hij eenmaal heft gebeten”
zeggen mensen die het weten, van een hond
het is maar beter dat we nooit hebben geweten
hoe het Anteck is vergaan daar aan het front