

Allez Jefke Janssen – Info
Jefke Janssen was een broer van mijn moeder. Hij was na de tweede wereldoorlog een zeer verdienstelijke beroepswielrenner. Hij was twee keer Nederlands kampioen bij de profs, in 1947 en 1949 . Hij was derde bij het wereldkampioenschap voor profs in 1947. Maar hij kreeg vooral landelijke bekendheid toen hij in 1947, nadat de gehele Nederlandse ploeg had opgegeven in de Tour de France en de ploegleiding naar huis ging, gewoon doorfietste. En Parijs haalde. Hij kreeg de bijnaam: “de renner die nooit opgaf.” Hij moet verschrikkelijk hebben afgezien.
Ik kom uit een sportgek gezin. Veel aandacht voor voetbal, schaatsen en wielrennen. We konden geen wielerwedstrijd kijken of de verhalen over Jefke kwamen over tafel.
Toen dit liedje op mijn cd-tje Zonzin kwam ben ik –op uitnodiging- met Jefke naar omroep Limburg gegaan. Daar heeft hij regel voor regel gecontroleerd of de tekst klopte. Dat was dus het geval.
Allez Jefke Janssen – Teksten
© Jacques Marsmans
waar zijn Coppi en Bartali, mooie Hugo Koblet?
Jean Robic en Geminiani, waar is Louison Bobet?
met hun koppen als van staal, met hun lijven van graniet
maar wie kent hen allemaal, die hun namen nu nog ziet?
en waar zijn toch al die knechten, al die slaven van de weg?
al die waterdragers, helpers, al die ploeteraars met pech?
met hun koppen als van staal, met hun lijven van graniet
ze zijn naamloos allemaal, maar juist helden voor een lied
Jefke Janssen ging in ’46 met een vliegmachien
naar de Vuelta a Espagna, hij had nooit een berg gezien
heel veel meer nog dan zijn luchtdoop heft hem dit meteen geraakt
dat het eten daar naar knoflook en vooral naar olie smaakt
de Vuelta ging van start, het was heel koud de eerste week
en de maag van Jefke raakte elke dag steeds meer van streek
Jefke’s ploeggenoot Sjaak Sijen heeft nog over hem gewaakt
deze Sjaak die bij Valencia een ezel had geraakt
Jefke’s kop met zwarte haren zakte naar beneden toe
hij had machteloze benen, hij was afgetobd en moe
net een uitgewrongen dweil want dagenlang verdroeg hij niets
in de etappe naar Tortosa viel hij huilend van zijn fiets
allez, Jefke Janssen. Jefke Janssen, houd vol
allez Jefke Janssen, tot de top van de col
schakel nog een tandje bij
en bijt je kiezen op elkaar
allez Jefke Janssen, Jefke Janssen, houd vol
Jefke trainde heel de winter en hij werd dan ook riant
een jaar later op de Cauberg kampioen van Nederland
regelrecht vanuit de douche ging Jefke naar het station
met de nachttrein naar Parijs, waar toen de Tour ook weer begon
een tour-mecanicien monteerde –zo bleek later pas-
een pedaalarm die een fractie korter dan de and’re was
na wat dagen zwol het linkerbeen van Jefke pijnlijk op
“ik moet doorgaan, ik moet doorgaan” speelde door zijn zwarte kop
allez, Jefke Janssen. Jefke Janssen, houd vol
allez Jefke Janssen, tot de top van de col
schakel nog een tandje bij
en bijt je kiezen op elkaar
allez Jefke Janssen, Jefke Janssen, houd vol
op de Alpentoppen sneuvelde de Nederlandse ploeg
met de Galibier en nog twee weken koersen voor de boeg
dus de leiding keerde huiswaarts en de pers is meegegaan
alleen Jefke zwoegde verder, eenzaam in de karavaan
een week later in de Pyreneeën had hij drie keer pech
hij had geen reservetubes, dus hij wachtte langs de weg
op de bezemwagen, tot een Zwitser hem een bandje gaf
Jefke haalde zo Parijs en meer dan tachtig stapten af
allez, Jefke Janssen. Jefke Janssen, houd vol
allez Jefke Janssen, tot de top van de col
schakel nog een tandje bij
en bijt je kiezen op elkaar
allez Jefke Janssen, Jefke Janssen, houd vol